Badmintontechniek: de terugtrekbeweging

Maak kennis met Senna van den Beukel!

Klik hier voor het vorige artikel: Hoe kan techniek mij helpen?

Waarom deze techniek gebruiken?

Hoe sneller de shuttle de positie van je tegenstander voorbij is, des te minder tijd heeft deze om nog iets goeds met de shuttle te kunnen. Zeker als dit ook nog eens tegen zijn voeten in is. Op zijn minst komt deze speler onder een redelijke druk te staan en op zijn best onder een grote druk: de kans dat dit in een slag resulteert waarop wij onze aanval kunnen inzetten is zo dus groter dan bij een traditionele techniek.

De techniek zelf is een combinatie van knijpen in je grip en je elleboog snel en kort naar onder trekken (hierdoor komt er een kleine component kracht vrij in je biceps-triceps regio, al is dat niet de 'main power supply'). Nu is alleen in je grip knijpen vaak al genoeg voor een netslag in vele situaties en kun je in andere posities zelfs spinslagen aan het net geven. Ook bij een goede crossnetslag is het een goed idee om knijpen te gebruiken. Het aanspannen uit een ontspannen situatie levert namelijk een korte maar hoge versnelling op, waardoor de shuttle het eerste deel van haar vlucht sneller aflegt en dus krijgt de tegenstander minder tijd.

Nu moet je één ding in de gaten houden waar het tijd aangaat en dat is niet altijd duidelijk in het vaderlandse badminton: als je minder tijd aan de tegenstander geeft, heb je zelf ook automatisch minder tijd. Let dus op wanneer dit wel en niet te gebruiken: vanaf de achterlijn zo hard als mogelijk smashen, zorgt ervoor dat in het geval je tegenstander er een racket achter krijgt dat je een groot probleem hebt in je follow-up. Eveneens een lift snel spelen brengt enig risico mee: als je verdedigen moet, kun je maar beter wat meer tijd hebben om je positie goed te organiseren.

De terugtrekbeweging op de backhandkant:

• Gebruik een vrij dunne grip, anders zijn deze slagen onmogelijk. Houthakken mag, maar er zijn tegenwoordig ook CV ketels, zonnepanelen en andere verwarmingsmogelijkheden.
• Je gaat rustig ontspannen met je arm naar de shuttle, gebruik een zogenaamde 'corner-grip' waarbij je duim met de binnenkant op één van de kleinste vlakjes van je grip leunt. Je racketblad heeft een hoek van ongeveer 10-20 graden naar beneden.
• Belangrijk is dat je pink de grip als het ware omarmt, om dit te controleren: haal de wijsvinger, middelvinger en ringvinger weg, je racket moet eigenlijk in dezelfde stand blijven.
• Wacht lang met slaan.
• Maak geen echte backswing (immers als ik enkel knijp heb een netslag, dus ik wil graag de slag verborgen houden voor mijn tegenstander om het effect te maximaliseren).
• Beweeg je arm lichtjes naar de shuttle.
• Vlak voordat de snaren tegen de shuttle komen, knijp je snel in je grip en terwijl je dat doet trek je de elleboog snel en kort naar beneden. Alsof je een zweepslag geeft.
• Bij dit knijpen zijn je duim en pink de belangrijkste vingers, de duim drukt omhoog en de pink naar beneden zodat je grip bijna in je vingertop van de duim komt.
• Daarna weer snel ontspannen en je racket in een positie brengen waar deze dominant kan zijn op de volgende slag van je tegenstander. Dit betekent tenminste met je blad boven je handhoogte.

Tot zover de terugtrekbeweging van de backhand. Bij de forehand zijn de pink, ringvinger en middenvinger de krachtbron, deze samenknijpen zorgt voor de versnelling.

Gebruik deze beweging ook bij de hoge backhandverdediging in de dubbel. Het heeft als bijkomend voordeel dat je racket gelijk weer in de juiste positie is voor een volgende verdeding.

TIP 1: bij de lange backhandverdediging voor de dubbel kun je het propedeutisch goed trainen door eerst met een t-shirt of handdoek een zweepbeweging te maken. Let hierbij wel op dat ze een backhandgrip en positie hebben.

TIP 2: om de lift vlakker te krijgen is het een goed idee je schouder / bovenarm naar voren te drukken tijdens de slag, dit zorgt ervoor dat je racketbladstand ietsjes verandert en de lift vlakker gaat. Gebruik dit vooral op een crossslag van de tegenstander.

Beste spelers en trainers, experimenteer ermee.