Rechtszaak overstijgt het belang van de badmintonbond
Er woedt een kleine oorlog in badmintonland, die op dit moment in de rechtszaal wordt uitgevochten. De toppers Dicky Palyama, Eric Pang en Yao Jie en hun sponsor Carlton staan lijnrecht tegenover de bond, die een lucratieve sponsordeal sloot met Japanse concurrent Yonex voor alle nationale selecties.
Jij het nieuws, wij een tikkie!
De bond wil dat de toppers op internationale wedstrijden met het materiaal van de Japanners spelen. De rechtelijke uitspraak die begin volgend jaar verwacht wordt kan verregaande consequenties hebben, ook voor andere sporten.
De consequentie voor deze spelers is dat de zij niet door de bond worden afgevaardigd naar internationale landenwedstrijden en dat zij de kosten voor deelname aan individuele toernooien zelf moeten betalen. In kort geding gaf de rechter de bond echter gelijk, tot verontwaardiging van velen. "Bij de Badmintonbond heeft de tijd 36 jaar stil gestaan", schreef Cruijff in zijn column, en hij vroeg zich af wie de bond ter verantwoording roept. Ook sportmarketeers Frank van den Wall Bake, Bob van Oosterhout en zelfs de technische staf van NOC*NSF namen het voor de spelers op. Directeur Geert Jan Venekamp van Badminton Nederland probeert zich er niet druk over te maken. "Ik merk dat feiten en meningen door elkaar worden gehaald. Kijk naar de marketeers; het zijn prima mensen, maar zeggen ze dit omdat ze dit vinden, of omdat ze er een belang bij hebben om dit te verkondigen? De bond lijkt de boef te zijn en anderen helden. Maar wij willen niet in de positie zitten dat we alleen maar kiften. Dat maakt onze gezamenlijke positie niet sterker."
Geld zoeken
Terug naar de feiten. Badminton Nederland telde in de gloriedagen van de sport, eind jaren '80 circa 100.000 leden. Maar vanaf dat moment is een ledendaling ingezet. Er zijn er nu nog circa 60.000 over, dat van de bond een middelgrote speler maakt. De topsportprestaties lieten tot 2004 een opwaartse lijn zien, met de zilveren medaille van Mia Audina op de Spelen van Athene als voorlopig hoogtepunt. Sindsdien gaat het minder – in Peking was Nederland niet vertegenwoordigd. Op Europees niveau behoort Nederland nog wel tot de beste zes landen en mondiaal bij de top vijftien. Dat is onvoldoende om te profiteren van de topsportbudgetten die NOC*NSF te verdelen heeft.
Venekamp: "De huidige toppers hebben de afgelopen jaren niet de vereiste prestaties geleverd waardoor NOC*NSF minder geld verstrekt. De eisen van NOC*NSF worden ook steeds scherper, er zijn de afgelopen jaren allerlei voorzieningen geschrapt en slechts een aantal badmintonners heeft nog een B-status. Als wij 1/8-finaleplaatsen halen op een wereldkampioenschap, dan is dat niet voldoende. Nu willen wij de laatste zijn om het systeem te bekritiseren. Maar het is wel hard werken. Het feit dat de prestaties teruglopen en dat er steeds minder mensen lid zijn, betekent dat er minder geld is om de dingen te doen die je wilt én moet doen, zowel voor de breedte- als topsport. Wil je blijven meedoen, dan moet je investeren, vooral aan de top. En dat is dus de basis van deze sponsoring, namelijk voldoende geld verwerven om als bond zijn ambitieuze selectiespelers de gelegenheid te geven wereldtopprestaties te leveren."
Om spelers te kunnen afvaardigen naar EK’s en WK’s moeten de spelers hoog staan op de wereldranglijst. De punten daarvoor kunnen worden verdiend op Europese en mondiale toernooien. Dat rondreizend circus kost geld, en de bond betaalt al deze kosten. Venekamp: "Gegeven de dalende inkomsten is de keuze nu simpel: of we haken af als het gaat om topsport, of we moeten geld zoeken. Dat is waar het hele verhaal begonnen is."
Wie betaalt, bepaalt
Badminton Nederland vond het geld. Met Yonex, een Japans bedrijf, fabrikant van zowel rackets en shuttles, als kleding en schoenen, werd een sponsorcontract gesloten voor zeven jaar. De waarde ervan bedraagt tussen 3 tot 3,5 miljoen euro - een deel van de sponsordeal bestaat uit het leveren van materiaal. Venekamp: "Van dat geld kunnen wij onze spelers naar het buitenland sturen voor deelname aan toernooien." Yonex is bereid die investering te doen in de wetenschap dat wedstrijden in Europa door miljoenen Aziaten (vooral Chinezen en Indonesiërs) bekeken worden. De Japanse firma eist echter dat de spelers die een contract hebben met concurrent Carlton (onderdeel van Dunlop Slazenger) afstand doen van hun materiaal tijdens internationale teamwedstrijden. Gebruik ervan is wel toegestaan tijdens individuele uitzendingen, maar dan dienen de spelers de kosten zelf te dragen. En dat weigeren (onder andere) Dicky Palyama, Eric Pang en Yao Jie, en ook Judith Meulendijks, die gesponsord wordt door Forza Denemarken. Het motto van de bond in deze is echter: wie betaalt, bepaalt.
De topbadmintonners verloren in het voorjaar het kort geding in deze kwestie. De bond zou het kartelverbod hebben overtreden, maar de rechter vond dat de eisers 'onvoldoende aannemelijk' hadden gemaakt dat de mededingingsregels zijn overtreden. Het recht van een speler om met zijn eigen racket spelen is door de rechter ook afgewezen, omdat het algemene belang van de bond– in feite het kunnen blijven acteren op topniveau - groter wordt geacht. Het is nu aan de bodemrechter om opnieuw over de zaak te beslissen.
Venekamp: "Op deze uitspraak is van alle kanten kritiek gekomen. Maar het feit is dat wij alles betalen. Dan is er een andere sponsor die zegt doodleuk: leuk dat jullie dat doen, maar wij fietsen daartussendoor door een aantal individuele spelers te betalen. Kijk, als een speler op eigen benen wil staan: dan kan dat natuurlijk. Maar dan moet je ook de consequenties aanvaarden: alleen spelers die een contract met ons gesloten hebben mee mogen deelnemen aan het Topbadmintonprogramma inclusief de financiering van uitzendingen naar internationale wedstrijden en deelname aan teamwedstrijden."
Volgende generatie
Het kan natuurlijk zo zijn dat de bodemrechter straks anders oordeelt. "Dat zou voor ons een flinke klap zijn, dan moeten we snijden in het topsportprogramma. Kijk, de genoemde topspelers met individuele contracten hebben een redelijke positie. Maar de ongeveer 55 andere selectiespelers daaronder, die hebben er belang bij dat de bond hen steunt. De vraag is: Waar focus je op? Komen we er in Londen en in Rio de Janeiro met de spelers die nu eind twintig of begin dertig zijn en geen prestaties leveren tijdens de vereiste evenementen? Waarschijnlijk niet. In ons eerste gesprek met Maurits Hendriks vroeg hij meteen: 'Wie gaan er straks naar de Olympische Spelen? Waar ga je op inzetten?' Dat soort keuzes, die moet je nu maken, en wij kiezen voor de volgende generatie."
Het bevreemdde Venekamp daarom dat de technische staf in Papendal in eerste instantie vooral opkwam voor het recht van de badmintonners om met hun eigen merk te spelen. "Dat is niet gebeurd in de media, maar wel in 'het circuit'. Daarom hebben wij op de deur geklopt en gevraagd: 'Hoe zit onze verhouding nu in elkaar?' Wij steunen het topsportbeleid van NOC*NSF en volgen hetgeen NOC*NSF van ons eist. We krijgen minder geld, dat vinden we ook reëel. Maar dat houdt ook in dat we in deze discussie samen moeten optrekken. Wij vonden dat de koepel zich niet zo kon opstellen. Er heeft overleg plaatsgevonden. Wij hebben duidelijk gemaakt dat benadeling van spelers niet onze intentie is. We hebben afgesproken dat als NOC*NSF iets wil communiceren over dit item, dat we dat van elkaar weten. Dat is wel iets anders dan één front vormen, hoor." NOC*NSF bevestigt intussen dat er geen verschil van mening is, en het officiële, inhoudelijke standpunt is dat men geen mening heeft: "Dat is echt aan de bond."
Volgens Venekamp beperkt deze discussie zich niet tot het badminton. "Ik vermoed dat dit voor andere sporten. Middelgrote sportbonden – zoals tafeltennis, handbal en judo zitten min of meer in hetzelfde schuitje. Wij halen weinig middelen binnen en komen ook niet zo vaak op de buis. Als de rechter zou zeggen dat wij de markt op deze manier afschermen, dan heeft dat ook voor andere bonden consequenties. Maar ik kan me dat toch nauwelijks voorstellen. Bovendien is er sprake van een kwalitatief goed materiaalaanbod. Alle Olympisch kampioenen van 2008 speelden met Yonex-rackets. En Dicky Palyama is negenvoudig kampioen, waarvan zes keer met een Yonex racket. Dat zegt ook wel wat."
Een rondje langs de velden
mr. Homme ten Have, advocaat van Palyama, Pang en Yie:
"Wie betaalt, bepaalt, daar ben ik het mee eens. Maar moet het wel gaan om onderwerpen die de bond kan en mag bepalen en daarin schiet men door. De spelers baseren dat op de mededingingsregels en het recht op vrije materiaalkeuze. In de praktijk is bepaald hoever die vrijheid gaat: voetballers van het Nederlands elftal kunnen hun eigen merk schoenen kiezen, hockeyers spelen met hun eigen stick en schaatsers hebben hun eigen ijzers. De outfit wordt door de bond vastgesteld. In het kort geding ging het erom of de rechter een noodmaatregel moest afkondigen. Hij heeft ervoor gekozen om dat niet te doen. Wij denken dat deze bodemprocedure, waarin de kwestie op zijn principiële punten wordt behandeld, andere resultaten oplevert. Met name waar het gaat om het beoordelen van de mededingingsregels. En een meer principiële behandeling van de vraag of de sporter zelf zijn materiaal mag kiezen, of de bond daar in beperkingen kan opleggen. Het is wat ons betreft aan de sporter om te kiezen welk materiaal hij wil gebruiken, waarbij natuurlijk het commerciële belang van de sporter een voorname rol speelt; hij kan zijn populariteit verzilveren."
mr. Johan Wakkie, directeur hockeybond KNHB:
"Ik kan mij geen bijzondere omstandigheden voorstellen waarin wij als gezonde bond maatregelen zouden nemen ter beperking van de rechten van de spelers. Ook al zou daar een hele mooie sponsordeal tegenover staan. Het is namelijk niet noodzakelijk. Maar het bijzondere van deze badmintonzaak is juist dat men geen geld meer heeft, omdat degenen die de topprestaties moeten leveren, dat niet gedaan hebben. Deze 'getroffenen' reageren nu heel verontwaardigd, maar zij vormen mede de oorzaak. Dat is niet verwijtbaar, maar wel de feitelijke situatie. De badmintonbond weet nu: op deze manier komen we ook niet verder met een nieuwe lichting. Zo raakt men van de regen in de drup. Dus heeft een deal gesloten waaraan groot bedrag is gekoppeld. En de spullen waarmee men moet werken zijn goed, want ook de toppers hebben er vaak mee gespeeld. Hun belang is niet technisch, maar puur commercieel. Het hogere doel, talenten naar een hoger niveau tillen, waardoor je ook weer aan de eisen van NOC*NSF kunt voldoen, dat is een hoger doel dan de belangen van een aantal individuen. Anders glijdt af naar een lager niveau. Maar die individuen moet je wel schadeloos stellen waar dat mogelijk is, vind ik."
Jan Kossen, directeur zwembond KNZB:
"Sommige technische middelen, zwemkleding in ons geval, kunnen prestatiebevorderend zijn. Dan vind ik het nogal wat om als organisatie van de sporter te vragen om alles te doen wat in zijn vermogen ligt om optimaal te presteren, en hem tegelijkertijd te beperken in zijn productkeuze. Alleen maar omdat er een commercieel belang aan zit. Dat is in ieder geval niet onze keuze. In die zin heb ik me verwonderd over de uitspraak van de kortgedingrechter. Wat ook belangrijk is, is hoe kijkt de sponsor er tegenaan kijkt. Wij hebben met Speedo heftige discussies gehad, waarbij wij zeiden: ‘Als kledingfabrikant moet je niet willen dat de sporter beneden zijn niveau presteert omdat een van jouw concurrenten beter materiaal heeft geproduceerd.’ Uiteindelijk vond Speedo dat ook. Dit is een internationale discussie. In Duitsland is het conflict tussen de bond en Adidas zo hoog opgelopen - onder invloed van slechte resultaten – dat Adidas uiteindelijk het contract heeft opgezegd. Met Speedo zijn we zover dat een sporter bij ons in dat merk zwemt, tenzij er aantoonbaar betere kwaliteit voorhanden is. De bewijslast daarvoor ligt bij de sporter. Als hij daarin slaagt, dan kan hij - onder een aantal aanvullende condities – in een ander merk zwemmen. Dat verandert niet als er hele hoge bedragen tegenover staan. Want je kunt objectief vaststellen of een ander merk sneller is, of niet. Als dat niet zo is, dan geldt: contract is contract. Er is nog een andere optie, namelijk dat een sporter zelf zijn outfit kiest. Maar dan moet hij ook zelf de lasten daarvoor dragen, dan moet hij zelf zijn programma's betalen. Het kan niet zo zijn dat je de bond alles laat betalen, en voor de rest je eigen plan trekt. Dat is in feite ook wat de badmintonbond zegt, maar wat ik mis in die zaak: de vaststelling dat het ene materiaal beter is dan het andere. Als dat niet aan de orde is, dan onderschrijf ik de visie van de badmintonbond op dit punt."Nogmaals Ten Have:
"Wat wij niet goed begrijpen, is waarom het contract met Yonex niet enigszins wordt gewijzigd, zodat de spelers gewoon hun eigen racket kunnen kiezen. Dan krijgt de bond misschien een iets minder groot sponsorbedrag, dat nog wel een grote waarde vertegenwoordigt. Het is nu een alles-of-niets-verhaal. Het zou anders verkeerd aflopen met het Nederlandse badminton. Dat vind ik eerlijk gezegd te kort door de bocht."
Nogmaals Wakkie:
"Een kleine aanpassing van het contract, zodat de toppers alsnog met een eigen racket kunnen spelen, daar geloof ik niet in. De sponsor beoogt met de deal juist uniformiteit, dat het hele team in hun kleding speelt. Als je daar afbreuk aan doet, werkt het niet."
Ten Have:
"Als de rechter de badmintonbond in het gelijk stelt, is straks de situatie denkbaar dat de KNVB Robin van Persie verplicht om op Nike te spelen, zodra de bond er in slaagt om bepaalde belangen aannemelijk te maken. Nou wordt de soep nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend, maar het wordt wel een hele belangrijke uitspraak."
Nogmaals Wakkie:
"Het is belangrijk dat de rechter goed ingevoerd is in de materie, want dit is een zeer bijzondere situatie. Het kan niet zo zijn dat de uitspraak elke bond het recht geeft om te doen wat ze wil. Hij zal in zijn uitspraak alle specifieke omstandigheden van deze zaak moeten meenemen en uitwerken."
Dit artikel is gepubliceerd in het blad Sport & Strategie, uitgave december 2010 en vervolgens vrijgegeven op badminton.nl.
QR-code voor dit artikel
Subsidies geschrapt voor topbadminton
Vorige week werd bij Badminton Nederland bekend dat de subsidies geschrapt worden. Is badminton minder populair geworden en wat…
19 december 2024
Topbadmintonner Debora Jille: zet badminton(spelers) niet buitenspel
Dit is mijn allereerste bijdrage op LinkedIn en ik heb altijd gehoopt en ernaar toe gewerkt dat mijn eerste post een hele…
16 december 2024
Debora Jille pakt titel in vrouwendubbel in Schotland
Debora Jille heeft samen met Sara Thygesen de titel gewonnen in het vrouwendubbel op de Scottish Open. In de finale was de…
24 november 2024
Dubbel pech voor DKC?
Afgelopen maandag kwam het slechte nieuws van Badminton Nederland hard aan dat beide gemengddubbel winstpunten tegen Smashing…
18 november 2024