Ingezonden stuk van lid van verdienste Rob Ridder
Haarlem, 20 april 2012, Betreft: Bondsvergadering 24 april 2012, Geachte afgevaardigden, Met belangstelling heb ik de stukken voor de bondsvergadering van 24 april doorgenomen. Ik wil graag een aantal meningen met u delen.
Agenda 5.3 Aanpassing bondscompetitie 2013/2014
Mij ontgaat het hogere doel van de voorgestelde oplossing om te komen tot een splitsing van standaard teams en niet-standaard teams in de bondscompetitie.
De rapportage van de projectgroep zegt iets over knelpunten zoals die door de projectgroep ervaren wordt, maar er zit geen evaluatie bij zoals dat door het aantal deelnemende verenigingen gezien wordt.
Op bladzijde 6 wordt een aantal aandachtspunten genoemd, die mij triggerden om er iets over te schrijven.
Competitie is dé kerntaak van Badminton Nederland, misschien wel de belangrijkste reden voor verenigingen om lid te zijn van Badminton Nederland. Zonder gedegen vooronderzoek naar de wensen van alle verenigingen zou ik uiterst terughoudend zijn in een megaverandering van de competitieopzet. Er zijn legio redenen te noemen, waarvoor ik adviseer nader onderzoek te doen en een eventuele verandering in competitieopzet te toetsen met andere doelstellingen van de bond. Hieronder een paar voorbeelden, in willekeurige volgorde, waarom ik vind dat een nader onderzoek zinvol is.
1. Reistijd. Een van de redenen waarom andere badminton organisaties met name in het zuiden van het land zijn opgericht is het feit dat zelfs in hun statuten is opgenomen, dat de geografische spreiding van competitiespelen niet groter mag zijn dan een straal van 30-35 km. Willen wij onze kerntaak succesvol houden dan is het zaak, om dit onderwerp niet uit het oog te verliezen.
2. Opleiding. Het verschil in visie binnen verenigingen is groot te noemen. Er zijn verenigingen, die puur de focus leggen op talentontwikkeling en daar budgetten op afstemmen en er zijn verenigingen, die kiezen voor competitie omdat met name een oudere groep binnen die vereniging competitie spelen. Van opleiding is niet of nauwelijks sprake. Welke van deze verenigingen uit de voorbeelden hebben belang bij geografische spreiding?
3. Wat willen de spelers? Is er onderzoek gedaan wat spelers in de bondscompetitie willen?
4. Ontwikkeling senioren / veteranen badminton. In een van de producten wordt gesproken over de ontwikkeling van veteranen badminton. Hier ligt een kans in de competitie. Onderzoek naar leeftijden in de bondscompetitie en regio competitie zal leren, dat de gemiddelde leeftijd van deelname aan de competitie hoger zal liggen 2 dan menigeen denkt. Een onderzoek naar de kansen van het opstarten van een veteranen competitie, parallel aan de gewone competitie is zeker de moeite waard. Het opsplitsen naar standaard teams / niet-standaard teams zou in dat kader wellicht niet handig / verstandig zijn.
5. Balans brengen in aantal vrouwen /mannen. In product 8 wordt de wens geuit om balans te brengen in het aantal deelnemende vrouwen in de competitie ten opzichte van de mannen. In de toelichting van het bestuur spreekt zij de wens uit om in de eredivisie en reserve divisie juist een onbalans aan te brengen. Dit lijkt strijdig met elkaar.
6. De competitie wordt zuiverder. Dit verdient uitleg. Een grote vereniging met veel teams, kan onverminderd blijven putten uit een hoeveelheid spelers om teams te bevoorraden. Het kernprobleem van de competitievervalsing ligt niet in de eredivisie, eerste divisie, maar veelal in de lagere divisies. Competitievervalsing zal zonder aanvullende regels blijven voorkomen, maar dan noemen we het de reservecompetitie en zou het dus geen probleem vormen...
Kortom: het is te vroeg voor aanpassingen. Mijn advies is om dé kernactiviteit van de bond te gebruiken om te groeien. Dat zou het doel moeten zijn, en het onderzoek naar verbetering van de competitie moet dus breder getrokken worden.
Bestuursverkiezing
Naar ik begrijp ligt er nu het plan om in de jaarvergadering van juni een nieuwe voorzitter te kiezen. Mijn vraag is of dat in deze fase verstandig is. Los van het feit dat actiepunt 8: opstellen van een procedure voor de verkiezing van de bondsvoorzitter nog niet beschikbaar is, zijn er meer overwegingen om die verkiezingen uit te stellen:
1. Ledengroei. In tegenstelling tot de ambitie van dit bestuur om te groeien naar een top 10 bond met 100.000 leden, is de werkelijkheid dat er het afgelopen jaar veel verenigingen hebben opgezegd, zie opmerkingen Van der Aar , blz 11: 9 verenigingen weg, 1 erbij gekomen. Een voorgestelde 16% stijging per jaar, terwijl landelijk de trend van groei bij sportverenigingen dichter bij de nullijn ligt. Dit bestuur “afrekenen” op zo’n ambitie is niet reël. Zelfs de 80.000 leden ambitie, destijds vastgesteld door bestuur Nouwt blijkt een onhaalbare hindernis gebleken. Het gratis opgeven van leden heeft daarin geen verandering gebracht. Welk type voorzitter zou hier dan leiding aan moeten geven?
2. Uitgaven. Sinds het aantreden van het nieuwe bestuur is er nogal wat uitgaven gedaan, die niet begroot stonden, en zijn er vacatures niet ingevuld, waardoor bepaalde functies anders ingevuld zijn, denk bijvoorbeeld aan PR. Voorbeelden zijn: het salaris van de voormalig Technisch directeur, tot december 2011 voor zeker 90% gesubsidieerd door NOC*NSF inkomsten, drukt in 2012 en verder volledig op de schouders van de bond. Een post van Euro 70.000-90.000? Verder komt er Euro 40.000 minder binnen aan Yonex inkomsten vanwege de inzet van vrouwen in de Uber Cup. Er wordt een blad uitgegeven waarvan de begroting Euro 40.000 bedraagt. 3 Wellicht is er nog een afkoopsom benodigd voor de afvloeiing van medewerkers. Euro 40.000? Ook afgevaardigde Schormans stelt vragen in deze richting. De werkelijke rekening wordt gepresenteerd in 2013. Welke inzichten worden met elkaar gedeeld over dit onderwerp, en welk profiel bondsvoorzitter hoort hierbij om deze uitdaging aan te gaan?
3. Collegiaal bestuur op hoofdlijnen of uitvoerend bestuur. Er valt te kiezen uit meerdere bestuursvormen. NOC*NSF heeft daarvoor richtlijnen opgesteld en stelt voorwaarden / richtlijnen vast. Een van de bestuursvormen is de professionals de uitvoering te laten verzorgen, en te besturen op hoofdlijnen. De vorige voorzitter heeft in zijn afscheidsbericht gemeld dat de voorzittersrol een fulltime functie en dat hij die niet kon combineren. De vraag hier kan gesteld worden of beleidsvoorbereiding, bewaking op het beleid, en daadwerkelijk een bijdrage leveren tot uitvoering van beleid (meer vrijwilligerswerk) door bondsbestuursleden zoals door hem ingezet, verantwoord is. Welke bestuursvorm gekozen moet worden is deels een zaak van het bestuur, maar hier kunnen de afgevaardigden ook een rol van betekenis spelen.
Mijn advies is het bondsbestuur te vragen zo veel mogelijk inzicht te verstrekken in de werkelijke uitdagingen waarvoor de bond staat, te komen met een profielschets waaraan het bestuur moet voldoen om ambities te realiseren, en de procedure voor de verkiezing vast te stellen. Een bondsvoorzittersverkiezing zou dan aan de orde kunnen komen in bijv. een bondsvergadering voor oktober.
Ik hoop hiermee een positieve bijdrage te leveren aan de vergadering en wens jullie alle wijsheid toe.
Met vriendelijke groet
Rob Ridder
lid van Verdienste
QR-code voor dit artikel
Subsidies geschrapt voor topbadminton
Vorige week werd bij Badminton Nederland bekend dat de subsidies geschrapt worden. Is badminton minder populair geworden en wat…
19 december 2024
Topbadmintonner Debora Jille: zet badminton(spelers) niet buitenspel
Dit is mijn allereerste bijdrage op LinkedIn en ik heb altijd gehoopt en ernaar toe gewerkt dat mijn eerste post een hele…
16 december 2024
Debora Jille pakt titel in vrouwendubbel in Schotland
Debora Jille heeft samen met Sara Thygesen de titel gewonnen in het vrouwendubbel op de Scottish Open. In de finale was de…
24 november 2024
Dubbel pech voor DKC?
Afgelopen maandag kwam het slechte nieuws van Badminton Nederland hard aan dat beide gemengddubbel winstpunten tegen Smashing…
18 november 2024