Tempo van bewegen

Jij het nieuws, wij een tikkie!

Verbruik van energie mag hoog zijn in twee situaties: 1. wanneer er een grote kans is dat de rally beëindigd kan worden (initiatief) en 2. dat bij zware druk de rally voortgezet kan worden (verdediging). Omgekeerd geredeneerd: energieverbruik is laag wanneer er geen/minieme kans is om de rally te beëindigen (initiatief)/dat er vertraagd kan worden (verdediging).

Anders gezegd, wanneer er tijd en ruimte is, wordt er relatief traag bewogen -> efficiënt/laag verbruik van energie. En wanneer er weinig tijd en ruimte is, wordt er snel bewogen -> inefficiënt/hoog verbruik van energie.

Om dit artikel eenvoudig te houden definieer ik twee bewegingstempo's: 1. rustig (laag verbruik van energie) en 2. snel (hoog verbruik van energie). Beide tempo's komen voor in, ook weer simpel gesteld, twee situaties: 1. initiatief en 2. verdediging. In de genoemde voorbeelden is de single het uitgangspunt.

1. Rustig bewegingstempo

Rustig bewegingstempo kan in badminton ook wel gezien worden als 'wandelen over de baan'. Dit wandelen over de baan betekent dat er zo min mogelijk energie wordt verbruikt. Om naar of van een hoek te bewegen zal er veelvuldig gebruikt worden gemaakt van lopen of achterwaarts/voorwaartse kruispas; grote passen.

Daarnaast zul je veel zien dat de landingsenergie bij het uitstappen en of landen van wisselopsprong/Chinese opsprong direct (dus zonder toevoeging van kracht) wordt omgezet in een kleine contra beweging, waarna naar de centrale positie wordt bewogen. Deze contra beweging wordt ook wel recovery step/rapid decelaration genoemd. Het is een extra stap om het keren van de massa op te delen in tweeën, zodat de bovenbenen power blijven behouden; energie-efficiënt. Over dit onderwerp is al het 1 en ander gepubliceerd door Ron Daniels, Henri Vervoort, Rien de Korte, Rene Sehr en Lee Jae Bok.

1.1 Rustig bewegen bij initiatief

Wanneer de speler het initiatief heeft, zal de andere speler gestuurd worden. Hierbij kan er door de speler rustig en dus energie efficiënt worden bewogen. Kenmerken van deze situatie zijn:

• de speler hanteert een hoog shuttle tempo -> strakke smashes/drops/clears/lobs naar de lijnen toe en netdrops kort achter het net. Eventueel kan er ook nog schijn gebruikt worden. De tegenstander krijgt dus weinig tijd.

Shuttle wordt met snelheid gespeeld: hogere km/h-> weinig tijd. Shuttle legt korte weg af (strak): weinig afstand -> weinig tijd. Tegenstander moet ruimte overbruggen: meer afstand -> kost meer tijd om achter de shuttle te komen -> weinig tijd Gebruik van schijn: tegenstander moet langer wachten met bewegen -> minder tijd

• zelf blijf je in positie staan -> weinig ruimte (1 of 2 stappen) moet er worden afgelegd om de shuttle van de tegenstander terug te slaan. Dit kun je blijven volhouden, omdat de tegenstander voorspelbaar gaat spelen; tegenstander is laat bij de shuttle en heeft dan vaak 1 of 2 voorkeurshoeken (met de hand mee wordt er geslagen). Dus je kunt al jouw centrale positie aanpassen naar wat de tegenstander waarschijnlijk gaat doen. Ook in de voetenstand en gewichtsverdeling.

1.2 Rustig bewegen in de verdediging

Wanneer de speler in de verdediging zit is het ook mogelijk om een rustig bewegingstempo aan te houden. Dit doet de speler door te vertragen.

• het shuttle tempo wordt vertraagd (er wordt tijd gecreëerd, door de ruimte te benutten -> afstand is tijd); hoge clears/lobs en drops/ halfsmashes/pullshots 1 a 2 meter voorbij de servicelijn.
• door het midden spelen: tegenstander heeft dan moeite om hoeken te maken, waardoor de tegenstander zelf ook meer door het midden gaat spelen. Jij als speler moet dan minder afstand afleggen wat dan betekent dat je meer tijd hebt.

2. Snel bewegingstempo

Snel bewegingstempo kan in badminton ook wel gezien worden als 'rennen/springen/met aansluitpassen over de baan'. Het kost veel energie, omdat je met iedere afzet maximale power gebruikt, aangezien je zo snel mogelijk achter de shuttle wilt komen. Een recovery step/rapid decelaration zal je dan minder/niet zien, aangezien dit een extra stap is, die tijd kost.

2.1 Snel bewegen bij initiatief

Wanneer de speler het initiatief heeft, betekent dat de speler in positie is; speler kan al met rustig bewegen achter de shuttle komen. Maar wanneer de speler extra vroeg achter de shuttle wilt zijn, zodat de speler de shuttle hoger kan pakken/onderscheppen, wat kan resulteren in een rally eindigende slag, dan zal de speler met maximaal energieverbruik naar de shuttle toe moeten bewegen.

Een voorbeeld is dat na een uitstekende netspin, de tegenstander gedwongen wordt om een halve lob te slaan. De speler beweegt met maximale snelheid naar achteren (na het slaan zonder recovery step naar achteren), waarna er een rally eindigende jumpsmash volgt.

Ander voorbeeld is dat de speler twee keer met maximaal tempo gaat bewegen. De tegenstander speelt een ondiepe clear. De speler beweegt met maximale snelheid naar achteren en valt met een cross smash aan (wisselopsprong) en na de landing wordt er in twee stappen (niet-racketbeen en racketbeen) naar het net bewogen om de rechtdoor korte verdediging (met de hand mee) af te maken.

Ander voorbeeld, in deze Youtube video van Lin Dan tegen Chen Long zie je tussen 1.36 en 1.46 een versnelling plaatsvinden van Lin Dan. Lin Dan speelt een flikservice, Chen Long speelt een snelle cross dropshot, Lin Dan speelt een netdrop naar het lichaam (de versnelling begint), Chen Long speelt een met de hand mee cross lob, Lin Dan gaat er al vanuit dat dit gaat gebeuren en beweegt met maximaal energieverbruik -> zonder recovery step, maar met aansluitpassen en een hoge Chinese opsprong springt hij naar de shuttle en speelt een cross smash die hij tevens met maximale energieverbruik cross opvolgt, Chen Long speelt een met de hand mee korte verdediging. De korte verdediging is dermate goed dat Lin Dan de rally niet kan beëindigen en kiest er voor om te gaan vertragen -> hoge cross lob.

2.2 Snel bewegen in verdediging

In een verdedigende situatie moet er vaak ook met maximaal energieverbruik, dus snel, worden bewogen om bij de shuttle te komen. Dit zal met name het geval zijn als er niet onder de druk uit kan worden gekomen; de optie tot vertragen kan niet worden gekozen, omdat je er te laat bij bent (je zit echt in de shit). Of de speler heeft de vaardigheid niet om te vertragen. Dan is het rennen geblazen. Vanuit energieverbrandingsoogpunt kan er ook voor worden gekozen om een shuttle te laten gaan, als het te veel energie gaat kosten. Een goed voorbeeld hiervan is als er in de derde game bij 20-16 voorsprong de shuttle onverwacht de andere hoek in wordt gespeeld. Energie kun je dan beter sparen om het volgende punt te spelen.

Concluderend

Zowel rustig als snel bewegingsritme komt voor bij initiatief en verdediging. Zaak is alleen om de juiste balans er in te vinden: dus maximaal energieverbruik/snel bewegen wanneer er een punt kan worden gemaakt (initiatief) of rally kunt blijven spelen (verdediging). Rustig bewegingsritme en dus energie efficiënt wanneer er een kleine kans is om een punt te maken (initiatief) of dat er kan worden vertraagd (verdediging).

Helaas zie ik bij Nederlandse spelers veel onbalans in de keuze: er wordt snel bewogen als dat niet nodig is -> spelers staan te wachten op de centrale positie. Of er wordt traag bewogen wanneer er juist een punt kan worden gemaakt (na een smash wordt de korte verdediging laag gepakt). Ook zie ik dat er weinig wordt vertraagd in de verdediging -> door het midden spelen of hoog. Tactisch klopt het dus niet, en daarnaast wordt er energie verspild.

Misschien kun je wel zeggen dat Nederlandse spelers de neiging hebben om in 1 tempo te spelen. Het zit tussen snel en rustig in. Maar het is vaak net niks.