Techniektraining in dienst van tactisch inzicht

Jij het nieuws, wij een tikkie!

Tot op zekere leeftijd is dat ook geen probleem, maar al heel vroeg moet er worden gewerkt volgens een plan dat kan leiden naar de ontwikkeling van een topspeler. Er zijn bepaalde periodes waarin een speler een aantal vaardigheden makkelijk en eenvoudig aanleert en als deze vooral technische vaardigheden op het juiste moment worden opgenomen door de speler wordt dit herkend als 'talent'.

De technische vaardigheden moeten worden aangeboden tussen de leeftijd van 8 tot 14. In deze leeftijd zijn resultaten niet belangrijk en zouden toernooien en wedstrijden de focus moeten hebben op technische waarderingen en niet op het al dan niet winnen. Techniektraining moet al vanaf jonge leeftijd in dienst staan van tactisch inzicht. Dit ontwikkelt zich bij alle spelers verschillend. Sommige spelers staan er al voor open als ze 10 jaar zijn en bij anderen komt het een paar jaar later. Het is vooral belangrijk dat zowel techniek als tactiek al heel vroeg worden aangeboden aan spelers.

Pas als de technische vaardigheden er goed in zitten en er een redelijke basis van tactisch inzicht is, moet er worden gewerkt aan de fysieke kant van het badmintonnen. In het algemeen kan je stellen dat talentontwikkeling op dit moment bijna omgekeerd verloopt. Spelers die kracht hebben winnen vaak op jonge leeftijd en dus wordt er nog meer gewerkt op juist de kracht en niet de ontwikkeling van techniek en het tactische inzicht. Het gevolg is dat deze spelers de natuurlijke periode van technische ontwikkeling mislopen terwijl de fysiek minder sterke speler het enkel en alleen moeten hebben van zijn technische vaardigheden en tactisch inzicht.

Het kost veel meer tijd en moeite als je deze vaardigheden later moet ontwikkelen. Vaak zie je pas dat spelers hieraan gaan werken als ze door kracht een bepaald niveau hebben bereikt als ze 15 jaar zijn. Technisch ontwikkelde spelers gaan op deze leeftijd werken aan hun kracht en conditie en dat is het natuurlijke tijdstip. IEDEREEN krijgt kracht op den duur en het is iets wat je in een relatief korte tijd kan opbouwen. Techniek duurt heel lang om het perfect te beheersen. Er wordt gesproken over 20.000 herhalingen om bepaalde onderdelen volledig onder de knie te krijgen. Dit wordt enkel en alleen maar meer als het op latere leeftijd word aangeboden.

Fysiek sterke spelers hebben over het algemeen zeer eenvoudige technieken en weinig tactisch inzicht. Hiermee kan je op een redelijk niveau komen maar je schiet jammerlijk tekort om de top te bereiken. Ook technisch begaafde spelers gaan op hoger niveau eenvoudiger spelen, met bijvoorbeeld minder verschillende grips, maar ze hebben de bagage om meerdere oplossingen voor problemen aan te wenden. Deze spelers kunnen terugvallen op hun technische vaardigheden, terwijl de fysiek ontwikkelde spelers het moeten doen met een zeer beperkt aantal technische wapens en dus sneller in de problemen komen.

Je moet dus technisch zeer hoogwaardig zijn als speler om heel goed eenvoudig te kunnen spelen. Het eenvoudig spelen moet je hierbij zien als foutloos de shuttle rond kunnen spelen en onder iedere situatie de controle over het spel kunnen behouden. Je kunt dus stellen dat je technisch zeer goed moet zijn om op hoog niveau simpele dingen perfect te kunnen uitvoeren zonder fouten te maken.

Op OroDenmark komt dit in letterlijk elke training terug. We doen enorm veel techniektraining. In alle techniektraining komt het tactische aspect aan de orde en de slagen moeten foutloos worden uitgevoerd. Omdat ook ik de spelers vaak pas laat krijg, moeten we beginnen om het gewoontespel van de spelers af te breken en er vervolgens nieuwe elementen in te brengen. Dit heeft tot gevolg dat spelers eerst altijd slechter worden in de eerste drie tot zes maanden dat ze hier full-time trainen, daarna komt de vooruitgang.

Als je naar Azië kijkt', dan worden spelers er al op zeer jonge leeftijd uitgepikt om badmintonner te worden. Er is dus al een plan voor lange termijn vanaf achtjarige leeftijd. Waar spelers in Europa zich vaak door toeval ontwikkelen via hetgeen er op een bepaald moment lokaal word aangeboden, zijn ze in Azië al heel gericht bezig met het ontwikkelen van potentiële talenten. Spelers in Azië gaan bijna altijd al op jonge leeftijd naar een trainingscentrum waar ze komen te wonen weg van hun familie terwijl dat in Europa pas op veel latere leeftijd gebeurt (als het al gebeurt).

Denemarken is het enige land in Europa dat weerstand kan bieden aan het systeem in Azië en dat heeft te maken met het zeer hoge niveau van vooral technische en tactische kennis. Spelers kunnen zich in clubs op de natuurlijk juiste manier ontwikkelen, iets wat in nagenoeg alle andere landen van Europa ontbreekt. De trainersopleidingen in Denemarken zijn ook veel meer op het badmintonnen zelf gericht, iets wat een groot verschil is t.o.v. wat je elders ziet. De geschiedenis heeft ook laten zien dat je het Deense systeem niet kan kopiëren, want de Deense trainers zijn er nergens in geslaagd landen op te trekken naar het Deense niveau.

En net zo goed als het de Deense trainers niet lukt in Europa, lukt het de Chinese trainers niet om Denemarken te veranderen, ze voegen hooguit iets toe aan het bestaande systeem maar de nationale kracht van Denemarken blijft de hoge kennis van techniek en tactiek. In de trainersopleiding op OroDenmark komt een aantal belangrijke elementen samen. Op de eerste plaats kennen we de situatie in Nederland en België, we hebben daarnaast de Deense technische kennis is huis en we hebben een berg Azië-ervaring te bieden.