Voetenwerk: naast de pot pissen

Maak kennis met Noah Haase!

Het gaat er om gezamenlijke factoren te vinden bij groepen van spelers in bepaalde leeftijdklasses en uitsluitend dat gedeelte kan je dan klassikaal aanbieden. Al het andere gedeelte is persoonlijk en je zal met de desbetreffende speler moeten kijken wat het meest effectief is.

Voetenwerk training op Oro begint altijd met hetzelfde woord: rustig. En om dat te bewerkstelligen doen we 1-stap voetenwerk waarbij de shuttle net buiten de reikwijdte van of over de speler heen wordt aangegeven. Je zult er versteld van staan hoeveel je kan halen door enkel en alleen maar 1 stap of sprong te doen.

De focus voor de voeten ligt bij deze training op het niet overstappen van het rechterbeen naar een BH- slag maar gewoon met links uit te stappen en op links te springen naar een ARH. Voor de slagtechniek ligt de aandacht op het voor het lichaam raken van de shuttle. Ook hier weer moet gezegd worden dat de AROUND THE HEAD een verkeerde benaming is. Want het is FOR THE HEAD en het is verboden je racket op je FH- kant in de voorzwaai achter je lichaam te brengen. Bij het 1-stap/sprong voetenwerk gaat het om het zo snel mogelijk onderscheppen van de shuttle. De uitgangspositie is niet verder laag zitten dan in een voorspanningsprong of neutrale splitjump.

Alle slagen die hoger komen dan waar je met een stap onderscheppend bij kunt daar kan je rustig onder lopen en daar zijn geen zenuwachtige chassee passen voor nodig.

Wat is het effect van chassee voetenwerk ten opzichte van de slagtechniek? Op de eerste plaats is de kans dat je uit slaat vrij veel groter. Bij chassee voetenwerk sta je met de zijkant naar de shuttle. Dit was een noodzaak: de oude slagtechniek van lange bewegingen met veel rotatie in zowel de armen als het boven lichaam. Met het 1-stap voetenwerk als klassikaal onderdeel ga je de rotatie uit het voetenwerk halen en de speler veel meer als front speler neer zetten. Hiermee verdwijnt de chassee voor een groot deel en natuurlijk ook de lange slagen als gevolg van de achterzwaai en uitgebreide rotaties.

Bij het trainen van dit soort dingen moet je wel heel goed in de gaten houden dat je gripaanpassingen gaat gebruiken, omdat je als zijkant speler een veel meer naar binnen gedraaide grip gebruikt dan als front speler met korte slagen en zonder rotatie. Het is dan ook bijna altijd noodzakelijk de grip naar buiten (richting mattenklopper) bij te draaien. Het resultaat is dan ook een veel rechtere slag en veel meer controle op de zijlijnen. Ook de smash zal harder zijn omdat de hoek tussen het racket en de shuttle zuiverder is en de shuttle minder gekapt wordt geraakt.

Dit zijn enige voorbeelden van de invloed van de techniek op het voetenwerk en omgekeerd. De link naar tactiek is daarmee in vergelijking veel eenvoudiger te leggen. Door invloed uit te oefenen op je tegenstander welke slagen hij zal gaan gebruiken is het relatief eenvoudig je voetenwerk zo in te delen dat je weet waar je heen moet.

Een voorbeeld

Als je vanuit je BH-kant een cross speelt, dan weet je al dat je sneller dan bij longline met de shuttle cross mee moet lopen. Speel je deze shuttle als een korte drop (50 cm voor de servicelijn) dan kan je doorlopen of minstens je gewicht in een voorwaartse richting houden. Speel je een lang drop (50 cm voorbij de servicelijn) dan stop je duidelijk op iets rechts van het midden, omdat de meest waarschijnlijke vervolgslag van je tegenstander een lob rechtdoor zal zijn. In elke situatie waar de tegenstander de shuttle voor zich kan raken is er de mogelijkheid voor een cross alswel een longline slag dus is alleen maar afhankelijk van de mate van druk die je kunt uitoefenen. In deze situaties is met de hand mee spelen cross, en tegen de hand in longline, hoe rechter de looprichting van de tegenstander hoe meer deze regel van kracht is.

Zodra de cross slag een smash of aanvallende clear is, dan draaien de met-de-hand-mee en tegen-de-hand-regels om. De tegenstander zal tegen de hand in enorm moeten compenseren met zijn grip. Dit kan verrassend zijn, maar is altijd minder snel en hard dan de slagen met de hand mee waar geen compensatie bij nodig is. Staat een speler onder druk dan is het minder waarschijnlijk dat hij gebruik gaat maken van schijnbewegingen en veel meer op reflexen speelt. Het aantal tegen de hand in gespeelde slagen zal dan ook heel laag zijn, zodat je op voorhand al weet waar de volgende shuttle gaat komen. Deze regel is waarschijnlijk niet voor iedereen even duidelijk, maar de meeste schijnbewegingen zijn tegen de hand geslagen.

Hoe meer druk je kan uitoefenen op je tegenstander hoe hoger je dus kan staan en hoe minder chassee voetenwerk je zult gebruiken. Door de hoge positie zal je voetenwerk rustiger worden en je zult minder snel over de baan hoeven te bewegen. Meer druk uit oefenen betekent dus niet dat je sneller moet bewegen. Je kunt rustiger bewegen naar de juiste plaats. Het rustiger bewegen heeft dan ook grote invloed op bijvoorbeeld je voorspanningsprong of splitjump. Deze zal veel hoger zijn dan bij chassee voetenwerk waardoor de effectiviteit en snelheid van je versnelling hoger zal zijn.

Ook over het met de hand mee en tegen de hand spelen heb ik meerde stukken geschreven. Het verheugt me te kunnen mededelen dat al deze informatie terug zal komen in de hernieuwde uitgave van de trainersopleidingen van Badminton Nederland in 2025.