Lin Dan: hoe tijd en energie te winnen?
Lin Dan heeft voor de tweede opeenvolgende keer het Olympische goud gewonnen.
Jij het nieuws, wij een tikkie!
Lin Dan is trouwens de enige badmintonner die zich aan een soort Europees programma van voorbereiding houdt en dit mag doen. Hij heeft nu eenmaal een uitzonderingsstatus bereikt in China.
Zo gebruikt hij opbouw, supercompensatie en al dat soort begrippen. Op de Olympische Spelen deed hij snelheid met veel rust en wat oefeningen waarin hij een aantal slagcombinaties doorliep (uit tactische overwegingen), wat techniek om aan de hal te wennen en verder: rust. De rest van het team moest gewoon dik twee uur vol beulen. Lin Dan weet dat hij zuinig moet zijn op zijn lichaam en daar is ook zijn hele spel op gebaseerd: winnen en zuinig zijn.
Het leek me interessant om in enkele artikelen een aantal aspecten uit zijn spel en daarmee eigenlijk ontwikkelingen in het moderne badminton eruit te halen. Ik heb het hiermee over langere en kortere artikelen.
- De eerste zal gaan over een aspect van zijn manier van bewegen. Waarom is het snel en veelal energiebesparend?
- Uit ditzelfde oogpunt komen we uit op het tweede punt, namelijk: een nieuw soort slag door Lin Dan geintroduceerd en volledig in overeenstemming met zijn speelstijl. Een bovenhandse pull-drop, welke volledig ingaat tegen de ouderwetse theorien dat je "altijd achter de shuttle" moet komen en deze voor je moet raken.
- En een derde punt is zijn manier van liften. Dat wil zeggen de zeer korte bewegingen (soms met veel extra schijn) die wel eens 'fingerpower' worden genoemd. Een wat apart begrip omdat het technisch gezien onjuist is, maar waarschijnlijk educatief gezien de boodschap goed overbrengt. Het gaat namelijk om extreem korte, explosieve onderarmrotaties, voortkomend uit wat stabiele kracht wordt genoemd. Deze slag helpt hem trouwens bij zijn voetenwerk maar daarover later meer.
Ik zou het prachtig vinden als collegatrainers over andere onderwerpen zouden schrijven, andere spelers, andere combinaties, technieken, tactieken e.d. We zijn samen met onze Vlaamse zuiderburen de enigen die Nederlands gebruiken in deze wereld, dus je zou het zelfs uit 'nationalistisch' oogpunt kunnen doen, want van het elkaar beter maken, worden alle spelers in theorie beter. Tenminste, ik ga er altijd van uit dat coaches net als sporters graag beter willen worden. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: je hoeft het niet altijd eens te zijn, maar het uitwisselen van ideeën en hierover praten, maakt iedereen beter. Dit is de cultuur die zowel sporters als trainers zouden moeten hebben. Maar nu gaan we eerst een paar basisgegevens over het bewegen bekijken.
Basisgegevens over voetenwerk
Over hoe iemand van A naar B komt, kun je lang praten en eigenlijk is er geen algemene waarheid. Het hangt namelijk enorm af van enkele kwaliteiten van de speler zelf: lengte, kracht, balans, techniek, agility, anticipatie, tactiek.
Snelheid op de baan bestaat uit een aantal componenten die deze opmaken: voetenwerk (techniek), anticipatie, tactiek en de fysieke conditie (werk voor een fysiek trainer). Over de laatste drie onderdelen kunnen we erg veel schrijven, maar ik ga het hier vooral hebben over een aspect in de voetenwerktechniek zoals die de laatste jaren door enkele topspelers is geïntroduceerd en zeer terecht veel navolging krijgt.
Laten we gelijk wat extra basiskennis invoegen over het bewegen op de baan, hopelijk wel bekend bij de trainers, maar ik denk niet bij erg veel spelers: de gemiddelde snelheid op topniveau op de baan is circa 6,3 km/uur. Dit bestaat uit 6,8 richting de shuttle en 5,5 richting de spelbasis. De maximale snelheid die gemeten is op een baan is circa 14 km/uur. Een goede marathonloper haalt dik 20 km/uur en doet dat voor meer dan twee uur, dus zo snel is het niet als je enkel de loopsnelheid bekijkt. Er bestaan dus eigenlijk weinig spelers die echt te langzaam zouden zijn als je naar rechte sprints gaat kijken. Winkelen zou dan op zich een goede training kunnen zijn, slopend bovendien, tenminste voor de mannelijke deelnemers.
Een ander gegeven om te onthouden binnen het bewegen over de baan in onze sport en in de fysieke voorbereiding, is dat 2/3e van de bewegingen gebruikmaken van een langzame SSC en in 1/3e van de gevallen is er sprake van een snelle SSC. Wat is nu de SSC? (Wederom hopelijk alleen voor ouders en spelers en niet voor trainers.) Dit staat voor Stretch Shortening Cycle. Een lange SSC heeft een langere contractie tijd (dat wil zeggen van meer dan 0,25 seconde), terwijl de korte SSC (korter dan 0,25 seconde) met diens kortere contractietijd, snelle afzetmomenten of richtingveranderingen omvat, terwijl de langzame SSC sprongen, uitstappassen en veel andere bewegingen omvat. De korte SSC heeft veel met Pliometrie te maken.
Hieronder een kleine omschrijving van wat de SSC is.
Nog een laatste gegeven, zodat we vervolgens de puzzlestukjes bij elkaar kunnen leggen. Er is zojuist gezegd dat het rechtdoor bewegen zelden erg snel gaat op de baan, maar de snelheid op de baan heeft hier niet zoveel mee te maken. Het heeft te maken met wat men agility noemt en dat is NIET lenigheid (lenigheid is eigenlijk contraproductief, er moet gewoon een normale bewegingsmobiliteit zijn en that's it), maar agility is de capaciteit om snel van richting te veranderen, dus snel af te remmen en weg te starten. Voor de echte liefhebbers, prof. Cardinale heeft hier in 2011 een mooi artikel over geschreven: "Strength and conditioning" waarbij hij zeer terecht aangeeft dat er behalve de fysieke component ook een sterke 'intelligentie'-component is die met herkenning, tactiek, anticipatie, split vision e.d. te maken heeft.
Komen we terug bij Lin Dan. Hij maakt gebruik van al deze componenten in zijn voetenwerk, om zoveel mogelijk balans (dus minder krachtgebruik) te winnen en dus snelheid en energiebesparing. Sneller bewegen met minder energiegebruik is natuurlijk het uitgangspunt. Met sneller bewegen wordt dus niet de maximale snelheid bedoeld, maar het snel van richting kunnen veranderen, weer klaar zijn om weg te kunnen zeg maar: agility.
Rapid Deceleration
We gaan 't vandaag hebben over het uitstapvoetenwerk naar voren. Wat we zouden willen is om zo snel mogelijk af te kunnen remmen en weg te kunnen, dus zo kort mogelijk in de uitstappas te blijven. Hiermee creëren we wat wel een snelle deceleratie (rapid deceleration, RD) wordt genoemd. Dat wil zeggen, het in zo kort mogelijke tijd stilstaan en wederom wegkunnen. Wat je traditiegetrouw altijd zag gebeuren, was een lange uitvalsstap (of ook chinajump naar de forehand achter) en proberen daaruit weer weg te stappen. Nu kan dit soms met een RD gebeuren, maar je gaat altijd gebruikmaken van een erg lange SSC, en hoe vermoeider een speler wordt, hoe slechter de RD. Dit heeft ook te maken met dynamische balans, core stability en slagtechniek:
- Een voorbeeld van dit eerste is als je een uitstappas maakt en eigenlijk niet helemaal in balans bent, dan zul je jezelf eerst moeten stabiliseren voordat je de maximale afzet kunt uitoefenen om wederom weg te kunnen. Dynamische balans bestaat uit techniek, kracht en coordinatie vanuit je zenuwstelsel. Dit kan dus goed getraind worden.
- De core stability helpt hierbij, en bovendien als je sterk genoeg bent in je romp om dus redelijk rechtop te blijven, zal je dus minder gewicht naar voren verplaatsen (vaak zie je spelers met hun rug naar voren komen tijdens een slag in het voorveld, dit geeft meer gewicht op het uitstapbeen en dus zal het zwaarder en langzamer worden om terug te stappen).
- En een voorbeeld van het laatste is iets waar ikzelf veel mee bezig ben. Je ziet veel spelers bij netslagen na het moment van impact helemaal omlaag bewegen met hun racket. Nu zijn er momenten waarin dit te verdedigen is, maar veelal is het een matige techniek (vaak oude stijl), waardoor de slagschouder en hand dus eigenlijk naar beneden komen of bewegen tijdens of na de slag, dit heeft wederom tot gevolg dat meer gewicht op het uitstapbeen terecht komt. Dus meer tijd en energie om terug te komen uit de uitvalspas.
In mijn optiek zal het altijd zo weinig mogelijk energie moeten kosten als mogelijk in de situatie. Als we hiervan uitgaan zal de spier dus zo kort mogelijk moeten werken, dus zo kort mogelijk onder druk staan. De Aziaten hebben hierin veel progressie gemaakt, en dan vooral de Chinezen en dit is later gekopieerd door Maleisiers, Koreanen, Denen (Gade) en slechts een enkele Indonesier (die zien vaak wat minder de noodzaak om met nieuwe ontwikkelingen mee te gaan, en eigenlijk is dat alleen maar een goede zaak voor 't mondiale badminton, we krijgen vergelijkpunten tussen oud en nieuw, al denk ik dat ook de indo's met hun nieuwere spelers snel mee zullen gaan uiteindelijk, al is het enkel al omdat de spelers het zelf gaan zien en uitvoeren).
Als je video's van Lin Dan en diens oud compaan Bao Chunlai bekijkt van de jaren 2000 zie je duidelijk de introductie in hun voetenwerk van dit systeem van rapid deceleration, ritme en balanswinst, energiesparen. Bao was iets sneller in het implementeren van dit voetenwerk, één van de vele redenen waarom hij lang de favoriet was van Li Yongbo, maar ook Lin Dan lukte het vrij snel en is nu HET voorbeeld van deze manier van bewegen. Dit voetenwerk maakt duidelijk deel uit van de verandering die ons spel heeft gezien en ziet na de omslag van het scoringssysteem.
Hoe werkt deze vorm Rapid Deceleration?
Hoe werkt dit nu? Daarover kunnen we heel kort zijn: je stapt uit, zet je hak neer, en op het moment dat je hele voet volgt begin je eigenlijk een soort heel korte terugstappas te maken, soms slechts een voetlengte, soms ietsjes meer. Het wordt door bepaalde trainers wel een 'recovery step' genoemd, wat op zich juist is, maar recovery houdt in dat je dus in de 'problemen' zou zitten, wat vaak gewoon niet het geval is. Maar wat ermee bedoeld wordt, is niet zozeer de situatie waarin je zat, maar dat je zo snel mogelijk in een goede uitgangspositie moet komen. Je gebruikt de pre loading energie die de spier krijgt om een een kleine, snelle terugstappas te maken.
Eerste set 5:10, op stand 2-4 met LCW aan service, zie je Lin Dan het verschillende malen doen, zelfs een enkele keer in het achterveld.
Je zult proberen zo weinig mogelijk in te zakken met je uitstapbeen en dit extra stapje gebruiken om zo veel mogelijk ritme in je beweging te houden, rust erin aan te brengen, energie te hergebruiken en dus minder te verspelen, je balans zal er ook beter door worden en het is simpelweg sneller in vele gevallen.
Wanneer gebruik je dit? In vrijwel iedere situatie waarin je enigszins snelheid hebt gemaakt richting een hoek, dus vooral in de opbouw, lichte aanval en lichte verdedingingssituatie. Als je echt in de verdeding zit, zul je 100% van je maximale kracht moeten gebruiken, iets wat veel energie kost en graag vermeden wordt. En als je op een gegeven moment in de rally echt gaat versnellen om het punt te maken, dan zal er wederom 100% power gezet worden, om het simpele argument dat op deze manier het punt verkregen kan worden met een grote waarschijnlijkheid en dus elementen als energiebesparing, ritme en bepaalde hoeken vergeten kunnen worden.
Er zijn nog twee gevallen waarbij deze techniek van rapid deceleration in het voorveld niet wordt toegepast. De eerste als er een ingehouden of getrokken schijnbeweging wordt gemaakt, hierbij is het rustig wegstappen bij het net vandaan, het inhouden, een belangrijke component van de slag en zal het dus niet nodig zijn (al zal je Lin Dan erop kunnen betrappen dit enige keren toch te doen) en de tweede situatie is dat je zo hoog kunt uitstappen dat direct terugstappen geen enkele energie meer zal kosten, dus doe je dat.
Praktijk
Is dit moeilijk aan te leren? Nee. Inmiddels heb ik het bij veel spelers uitgelegd en laten proberen, en het werkt bij spelers van alle leeftijden en verschillende niveaus. In mijn mening maakt dit onderdeel uit van bewegingstechniek en kan dus al vanaf zeer jonge leeftijd geintroduceerd worden. Juist omdat spelers op die leeftijd minder kracht hebben, kunnen verschillende blessures met meer ritme in het voetenwerk vermeden worden en bovendien belast het minder de gewrichten, pezen en spieren. Ook oudere spelers leren het snel aan en mits ze er aandacht aan besteden in hun trainingsprogramma's lukt het ze in enkele maanden om een belangrijk aspect in hun voetenwerk te veranderen.
Natuurlijk zul je in het begin wel eens horen: het voelt anders, raar. Maar vrijwel alle spelers zullen vrij snel zeggen: "goh het is sneller en ik word minder moe." Het is toepasbaar op alle niveau's van badminton waarin aandacht wordt gegeven aan voetenwerk. Je kunt dit goed in een technische progressie inbouwen, bijvoorbeeld met liftslagen.
Voor mij zeer belangrijk is de slagtechniek die hiermee samengaat in het voorveld. Dit zal een opwaartse beweging moeten zijn, waardoor je automatisch een hogere balans krijgt en makkelijker terugstapt. Je wilt zoveel mogelijk in de opbouwfase van een rally hoog zitten, en enkel inzakken bij je PLM jump (splitstep, of hoe je het ook wilt noemen).
De belangrijkste argumenten om deze techniek toe te passen zijn:
- 1) Je bovenbeenspieren hergebruiken de energie van het uitstappen, en zullen dus sneller herstellen tussen rallies door en minder vermoeid raken na een wedstrijd of trainingen.
- 2) Je zult minder diep inzakken, dus pas je een rapid deceleration toen, hetgeen je snelheid en dus tijd en ruimte doet winnen. Het is dus makkelijker 'hoog' te blijven en dus ook bij het net hoog de shuttle te nemen.
- 3) Je beenspieren zullen minder lang kracht moeten leveren, waardoor je dus wederom energie bespaart.
- 4) Je gaat gebruik maken van een kortere SSC cycle, dus kunt sneller van richting veranderen.
- 5) Hierdoor verbetert je agility en dus je baansnelheid.
- 6) Het is goed te combineren met een moderne techniek van voorveldslagen (ander artikel meer).
Ik hoop dat een en ander informatief is geweest. Het is een lang stuk geworden, ondanks dat er nog veel meer over te zeggen zou zijn, zouden de hoofdpunten nu duidelijk moeten zijn.
Henri Vervoort
Op dit artikel berust auteursrecht: neem de tekst en afbeeldingen niet over zonder schriftelijke toestemming van badmintonline.nl. Een weblink of QR-code naar dit artikel plaatsen op de website of in het clubblad van je badmintonclub mag natuurlijk wel.
QR-code voor dit artikel
Debora Jille pakt titel in vrouwendubbel in Schotland
Debora Jille heeft samen met Sara Thygesen de titel gewonnen in het vrouwendubbel op de Scottish Open. In de finale was de…
24 november 2024
Dubbel pech voor DKC?
Afgelopen maandag kwam het slechte nieuws van Badminton Nederland hard aan dat beide gemengddubbel winstpunten tegen Smashing…
18 november 2024
Smashing speelt spannende return tegen Amersfoort
Op zaterdag 16 november nam Smashing het op tegen Amersfoort voor de tweede keer dit seizoen.
17 november 2024
Smashing vecht voor elk punt tegen nummer drie DKC
De spelers van Smashing namen het op tegen DKC. Ze mochten afreizen naar Den Haag om het op te nemen tegen de nummer drie in de…
11 november 2024
Meer artikelen over technisch stuk
- Viktor Axelsen speelt in de plus en wordt Olympisch Kampioen - Bart Jan Botterman
- Tactiek en techniek gaan hand in hand - Roy Mulder
- Voetenwerk bij badminton in een notendop - Ron Daniëls
- What is the optimal preparation before playing a badminton stroke? - Ron Daniëls
- Het hebben van de service is lang niet altijd een voordeel - Ron Daniëls