In gesprek met Jan Helmond: voorzitter van sportbond Badminton Nederland

Jij het nieuws, wij een tikkie!

Ik heb wel eens afgesproken op een camping en in de kamer van een burgemeester. Deze keer had ik afgesproken op een onbekende plek. Zo onbekend dat mijn navigatie het niet kon vinden. Ik was een half uur te laat op de afspraak. Ik heb naar goed Nederlands gebruik mijn uitgebreide excuses aangeboden. Gelukkig werden de excuses aanvaard en al snel waren we verwikkeld in een goed en geanimeerd gesprek.

Jan heeft een groot en rijk badmintonverleden. Hij is speler geweest, trainer geweest en heeft bijscholingen gegeven. Ik moet in het verleden bij een van zijn bijscholingen geweest zijn. De naam van zijn mededocent was niet uit mijn geheugen geript, maar die van Jan wel. Het was een bijscholing voor badminiton, de voorloper van het huidige Bamito.

Jan heeft een periode zijn focus op zijn werk gehad (veel in het buitenland) en heeft daar toen niets met badminton gedaan. Hij heeft in die tijd wel gemerkt dat het badminton wel een rol bleef spelen in zijn leven en gedachten. In juli jl. zag hij de vacature voor voorzitter van BNL. Dat leek hem een functie die op dat moment bij hem paste en ook uiteraard ook een functie die hij nog niet vervuld had binnen het Nederlandse badminton.

Omdat hij een tijd weg geweest is uit het Nederlandse badminton is hij misschien wel de juiste man op de juiste plek en hopelijk ook op de juiste tijd.

We zijn het er heel snel over eens dat badminton in Nederland een impuls moet krijgen om de weg omhoog weer te vinden. Nu gaat het niet goed. Ook binnen het bondsbureau beseft men dat er dingen moeten gaan veranderen en dingen moeten gaan gebeuren met het badminton in Nederland.

Jan vertelt dat er binnen het bondsbureau een aantal projecten wordt voorbereid en uitgewerkt. Hijzelf is een groot voorstander van het uitgangspunt dat badminton heel goed voor je gezondheid is. In Nederland spreken we steeds vaker van preventie binnen de gezondheidszorg. Badminton zou binnen die gedachte heel goed passen. Nog verder uitgewerkt moet worden is hoe je die boodschap dan via Badminton Nederland kan uitdragen.

We zijn het ook snel eens dat badminton een grote sociale factor in zich heeft. Maar hoe je dit kan stimuleren vanuit Badminton Nederland is een grote vraag. En een antwoord kunnen we dan ook tijdens dit gesprek niet vinden. Het zal heel veel afhangen van de individuele verenigingen, hoe zij de dingen organiseren binnen de eigen club en welke activiteiten ze daar hebben. Een belangrijke rol daarvoor is weggelegd voor de trainers.

Vanuit die constatering komen we vanzelf op de trainersopleidingen en hoe dat nu gaat en geregeld is binnen het Nederlandse badminton. Het is Jan in de afgelopen periode wel duidelijk geworden dat ook hier het nodige werk verricht moet gaan worden. De resultaten van het Nederlandse jeugdbadminton tijdens de internationale toernooien laten zien dat we hard zullen moeten gaan werken om niet verder achterop raken ten opzichte van andere landen.

Jan heeft zich na zijn benoeming goed ingelezen in allerlei stukken van de bond, allerlei artikelen van buiten de bond en veel mensen gesproken. Het beeld dat hij nu heeft van het badminton in Nederland is niet overal rooskleuring. Maar zoals het een goed bestuurder betaamt, wil Jan niet in problemen in het verleden blijven hangen, maar veel meer zien in mogelijkheden en oplossingen in de toekomst. En bijna overal heeft hij positieve mensen ontmoet met hart voor onze sport en dat biedt veel perspectief. Velen willen er voor gáán om van badminton weer iets groots te maken. Dat geeft hem veel energie.

In mijn toekomst op korte termijn zag ik echter een probleem. Ik had mijn neefje beloofd dat ik bij zijn volleybalwedstrijd zou komen kijken. Jan had eerder al gevraagd of het niet tijd was om met het interview te beginnen. We waren zo in gesprek dat ik de tijd vergeten was en de volleybalwedstrijd van mijn neefje al bijna begonnen. Dus geen tijd meer voor de vele vragen die nog op papier stonden. Ik heb haastig afscheid genomen van Jan met de afspraak dat we elkaar hopelijk snel weer treffen.